CathelijneIn 2006 was ik op het Indonesische eiland Java. In die tijd was ik bezig met het maken van het boek De smaak van verlangen. Ik was nieuwsgierig naar het land waar het boek over gaat. Dus ik ben naar Java gegaan en heb daar 3 weken rondgereisd. In Yogjakarta heb ik een dag een kookworkshop gevolgd. Daar leerde ik deze authentieke Javaanse kipsaté maken.
voor de saté:
500 g kipfilet of kippendij in reepjes
3 teentjes knoflook, uitgeperst
2 blaadjes kaffir limeleaf, in flinterdunne reepjes
sesamolie, scheutje
zout en peper
voor de pindasaus:
250 g gebrande pinda’s
5 shallotjes, in plakjes en gebakken
5 teentjes knoflook
3 rode Spaanse pepers
3 eetl. gula djawa (Javaanse palmsuiker)
3 kaffir limoenblaadjes
3 cm galangal
ketjap manis
zout naar smaak
Meng de kip met de knoflook, limoenblad, sesamolie, peper en zout. Rijg de reepjes aan saté-stokjes. Laat de kip minimaal een uur in de koelkast marineren.
Maal alle ingredienten voor de pindasaus, behalve de ketjap, fijn in een tjobek (vijzel) of keukenmachine. Kook deze mix met een glas water tot een dikke saus. Voeg een scheutje ketjap toe om de kleur iets donkerder te maken.
Gril de saté kort tot het vlees gaar is. Je kunt ze op de barbecue grillen of in een grilpan. Serveer de saté met Javaanse pindasaus.
