flognarde aux abricots

Op de terugweg van onze kampeervakantie in Frankrijk kopen we een paar kilo heerlijke verse rijpe Franse abrikozen. Om thuis meteen jam van te maken. Om voor de winter de zomer in een potje te kunnen stoppen. Ik ben nog net op tijd om een halve kilo opzij te zetten zodat die niet in de jam verdwijnt. Dan kan ik deze nu gebruiken in een taartje.

Dit recept vond ik in de Franse Elle à Table. Ik heb er wel wat minder suiker en in verhouding wat minder fruit in gedaan. Meer past niet meer in de ovenschaal. Dit recept lijkt me ook heerlijk met verse pruimen, kersen (dan niet in de pan bakken) of stukjes zachte peer met wat gember.

500 g abrikozen, doormidden gesneden en ontpit
50 g roomboter + een beetje extra
50 g fijne kristalsuiker + een beetje extra
6 dl volle melk
100 g bloem
120 g rietsuiker
5 eieren
2 theel. vanillesuiker

Laat de boter smelten in een grote koekenpan op redelijk hoog vuur. Bestrooi de snijkant van de abrikozen met 50 g van de fijne suiker. Zodra de boter in de pan schuimt leg je de abrikozen met de snijkant in de boter. Schudt de pan af en toe heen en weer en draai de abrikozen naar een paar minuten om zodat de bolle kant even een paar minuten zachtjes gebakken wordt. Zet het vuur uit.

Verwarm de oven voor op 210˚C. Smeer een rechthoekige ovenschaal in met wat boter. Strooi 1-2 eetlepels fijne kristalsuiker over de bodem van de ovenschaal.

Doe de melk, het bloem, de rietsuiker, de eieren en de vanillesuiker in een kom en meng alles met een garde doorelkaar. Als er nog klontjes achter blijven kun je even met de staafmixer de klontjes weg pureren.

Schenk het beslag in de ovenschaal. Leg de halve abrikozen met de bolle kant boven in het beslag. Verdeel ook de achtergebleven roomboter uit de pan over het beslag.

Zet de ovenschaal 45 minuten in de oven. Laat de flognarde een beetje afkoelen, bestrooi met een beetje poedersuiker en snij ‘m in vierkante stukken. Eet ‘m meteen op of neem ‘m mee naar een picknick.