CathelijneEen van de buren heeft een gigantische peperoogst gehad en ik mocht een mand pepers komen ophalen. Dit leek me eindelijk eens een goeie kans om zelf sambal te gaan maken. Lekker om Indische gerechten wat pittiger te maken of op je boterham met pindakaas en wat palmsuiker. Mjam.
Ik wil ‘m kunnen bewaren dus ik verhit ‘m door de ingrediënten zachtjes te bakken ik kokosolie en ik maak daarvan sambal goreng (gebakken sambal).
Je kunt de ingrediënten naar smaak varieren. Deze verhouding vind ik wel erg lekker. Pedis (pittig) en iets meer smaak dan alleen die van de pepers. Je kunt ‘m ook manis (zoet) maken door er 2 eetl. gula djawa (palmsuiker) bij te doen. Dan wordt het sambal goreng manis. Of bak eerst wat trassi in de kokosolie voordat je de rest erbij doet. Voilà: sambal trassi.
500 g rode pepers
2 kleine uien, fijngesneden
4 teentjes knoflook, fijngehakt
2 theel. appelazijn
2 eetl. kokosolie
1 theel. grijs zeezout
Maal de rode pepers (met zaden als je een hete sambal wilt) met de uien en knoflook fijn in een blender of het bakje dat bij de staafmixer zit.
Verhit de kokosolie in een wok op middelhoog vuur. Doe het pepermengsel, de appelazijn en het zout erbij. Pas op, het kan hard spetteren!
Roerbak de sambal totdat de olie opgenomen is. Dit duurt zo’n 5 minuten. Let op dat de sambal niet aanbrandt. Zet het vuur eventueel iets lager als dat dreigt te gebeuren.
Schep de sambal als-ie nog heet is in goed schoongemaakt potjes die met een draaideksel goed af te sluiten zijn. Zet ze even op z’n kop zodat alles binnenin gesterileseerd is en laat de potjes afkoelen. Bewaar de potjes op een donkere koele plek. Mijn sambal blijft zo minimaal een half jaar goed.
