CathelijneAziatischer dan dit kan een salade haast niet worden. Met als basis rijstnoedels en als smaakmakers de combi van munt, koriander, limoen en shoyu heb je meteen de smaken uit Zuid-Oost Azië te pakken.
Rijstnoedels zijn vrij kwetsbaar. Let op dat je de rijstnoedels niet laat koken. Dan gaan ze gauw als een kluwen aan elkaar plakken tot een plakkerige deegbal.
salade:
250 g dunne rijstnoedels
1,5 komkommer, in reepjes gesneden
1 winterpeen, geraspt
1 rode spaanse peper, in fijne ringen gesneden, zaden eruit
3 stengels lente-ui, in fijne ringen gesneden
een hand vol verse munt, fijngehakt
twee handen vol verse koriander, fijngehakt
2 eetl. zwart sesamzaad
voor de dressing:
6 eetl. sesamolie
sap van drie limoenen
2 eetl. shoyu
zout en peper
optioneel voor de garnering:
125 g garnalen, gaar gebakken in een beetje kokosolie en afgekoeld
Kook 5 liter water. Laat de rijstnoedels in het hete water (dus niet laten koken!) 5 minuten wellen totdat ze zacht zijn. Giet de noedels af en spoel ze even na met koud water om ze goed af te laten koelen.
Meng de overige ingrediënten voor de salade door de afgekoelde rijstnoedels. Leg de salade op een mooie schaal.
Maak de dressing door de sesamolie, limoensap en shoyu met een garde door elkaar te kloppen. Breng de dressing op smaak met zout en peper. Verdeel de dressing over de salade.
Als je garnalen erbij gebakken hebt verdeel die dan nu over de salade en serveer meteen.
