publicaties

Reformatorisch Dagblad

Het Reformatorisch Dagblad publiceert op 1 juli 2014 een uitgebreid artikel waarin wij als thuisonderwijzers vertellen hoe wij het thuisonderwijs doen.

RefDagbl010714

Opvoeden zonder beloning en straf

Tekst Jan-Kees Karels
Beeld Sjaak Verboom

Cathelijne van den Bercken bezocht als kind een montessorischool in Maastricht. Ideeën die ze er opdeed, brengt ze nu over op haar kinderen.
De huizen hebben blauwe en lichtblauwe gevels. Cathelijne van den Bercken (43) en Theo van Andel (44) wonen met hun kinderen Laura (6) en Jasper (4) op een kwartier lopen vanaf station Almere Oostvaarders.
Geregeld spreken ze met andere gezinnen af, zoals deze middag bij de Stadsboerderij. Daar plukken ze vlierbloesem en maken er pannekoeken of gelei van. Dicht bij de natuur leven, is een belangrijk motto.
De deur naar de achtertuin staat open, de zomer komt binnen.
“Mama ik ben klaar”, roept Jasper vanaf het toilet. Zijn oudere zusje mag meekijken: “Laura, kijk eens welke letter dit is!” “Jasper heeft een r en een zeven gepoept”, zegt Laura. Letters en cijfers zijn overal, weten de kinderen. Op de bus, in de wc, en natuurlijk in een boek.
Het brood bakt bruin in de oven. Van den Bercken, freelance ontwerper en afgestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam, legt uit waarom ze kiest voor thuisonderwijs. “Het is raar geregeld in de Nederlandse wet. Je kunt allen maar vrijstelling van school krijgen als je kind nog niet leerplichtig is. Heeft je kind al op school gezeten, als is het maar één dag, dan is vrijstelling niet meer mogelijk. Je kunt het fenomeen school dus ook niet uitproberen. Thuisonderwijs is in Nederland geen erkende onderwijsvorm. Daarom is er geen controle en begeleiding. Ouders moeten alles zelf uitzoeken. De meesten sluiten zich aan bij een netwerk van ouders.”

Hoe hebben jullie de beslissing genomen?
“Toen Laura één jaar was, hoorde ik voor het eerst van thuisonderwijs. Interessant, dacht ik, dat kan dus ook. Ik heb op internet artikelen en blogs opgezocht en ben lid geworden van een Facebookgroep. Ik heb me door andere ouders laten informeren. Je gaat niet over één nacht ijs. Op een gegeven moment zagen we wel: dit past erg bij onze manier van leven.”

Na de beslissing lag er een grote blanco ruimte voor u. Wat ga ik doen met de kinderen?
“We kijken niet ver vooruit, maar vooral naar het hier en nu: Wat willen de kinderen op dít moment leren? De wetenschap dat ze altijd nog naar school kunnen maakt de keus minder eng. Een paar basiszaken vind ik zelf ook belangrijk, zoals lezen, rekenen en schrijven. Alle andere dingen laat ik los. Laura is op dit moment erg geïnteresseerd in het lichaam. Wat gebeurt er allemaal in je lijf? Hoe stroomt je bloed? Hoe werken je darmen? Zolang ze daarin geïnteresseerd is, blijf ik haar daarmee helpen. Ik ga dan niet zeggen: nu weet je het wel, we gaan letters leren.”

De leerbehoefte ontstaat dus vanuit het kind?
“Ja, kinderen zijn van nature nieuwsgierig en daar ga ik op in. Niet dat we onze kinderen helemaal vrijlaten. We hebben wel een plan in ons hoofd. Vanmorgen heb ik wat dingen op tafel gezet, een doos stiften, een spelletje, waaruit ze kunnen kiezen. Na verloop van tijd stimuleer je ze naar iets anders te kijken.”

Heeft u er bewust voor gekozen geen leerlijn te volgen?
“Ja, dat idee heb ik losgelaten. In het begin dacht ik erg schools. Gaandeweg zag ik dat het niet zo bij onze opvoeding past om strak een curriculum te volgen. Wij volgen de filosofie van “natuurlijk leren”. Dat betekent vooral: het kind volgen en al het andere loslaten. Het is net als borstvoeding op verzoek, dit is onderwijs op verzoek. Ik begrijp goed dat andere ouders andere keuzes maken. Wij kennen ook veel ouders van wie de kinderen naar school gaan. Hun kinderen zijn vriendjes met onze kinderen, dat gaat prima samen. Ik zie thuisonderwijs gewoon als een van de mogelijkheden.

U volgt ook het idee van onvoorwaardelijk ouderschap. Hoe werkt dit?
Het is een visie van kinderen grootbrengen. Met deze visie hoeft straf of beloning niet voor te komen, omdat je je richt op de behoefte achter gedrag, niet op gedrag zelf. Je legt uit waarom je iets doet, hoe je je voelt, waarom dingen voor jou belangrijk zijn. Maar ook: je luistert goed naar wat je kind voelt en belangrijk vindt. Als mijn kind zegt: Ik vind het eng om naar de overkant te zwemmen, dan kan ik wel gaan zeggen: Nee joh, dat is niet eng. Maar het kind zégt dat het eng is. Ik vind het belangrijk om daar ook echt naar te luisteren.
Natuurlijk is deze vorm van opvoeden ook begrensd. Als Jasper ineens de straat oprent, grijp ik uiteraard direct in. Mensen denken dat onvoorwaardelijk opvoeden vrijheid zonder grenzen is, maar dat is niet zo.”

Stel dat uw kinderen nog eens naar school gaan, daar wordt wel straf uitgedeeld.
“Ik zou dan sowieso naar een school kijken waar ze niet aan straf en beloning doen. Ik heb voor de kinderen kinderopvang gezocht waar ze dat heel bewust niet doen. We moeten er wel een heel stuk voor fietsen, maar dat hebben we er graag voor over.”

Hoe ziet een gemiddelde dag eruit?
“Heel wisselend. Vanmorgen zijn we een beetje schools bezig, vanmiddag hebben we een uitje. Morgen gaan we met andere thuisonderwijsgezinnen naar de Efteling. Als groep krijgen we een scholenkorting. Er is ook weleens een dag waarop we gewoon thuis zijn. Op donderdag gaan we met de bakfiets naar de markt. De kinderen leren er welke soorten groente en fruit er zijn. Ze leren zelf dingen te vragen aan volwassenen. En ze krijgen iets lekkers van de man die de olijven verkoopt. Op zaterdag gaan we vaak naar de biologische markt bij de Stadsboerderij, ook zo’n vast moment. Maar verder is elke dag anders.”

Wat is de rol van de vader?
“Hij gaat regelmatig mee met de uitjes. Theo heeft zijn eigen bedrijf, is dus redelijk flexibel. Hij doet veel dingen met hen buiten: fietsen, skaten, bij mensen op bezoek gaan. Ik ben meer tijd bezig met het onderwijs.”

Welk materiaal gebruikt u?
“Je kunt veel dingen zelf maken, en op internet is veel te vinden. Spelenderwijs leren is ook belangrijk. Als de kinderen bezig zijn met een treinbaan of met Kapla, heeft dat met ruimtelijk inzicht te maken. Helpen in de keuken vinden ze heel leuk, want ze willen graag dingen proeven en zo. Dan zijn we eigenlijk bezig met wiskunde en scheikunde en voedingsleer tegelijk. Wij zien het onderwijs als geheel, niet als losse vakjes.”

Wordt u door buitenlandse ideeën beïnvloed, bijvoorbeeld uit de VS, waar home schooling populair is?
“Het Project Based Homeschooling, waar ik een masterclass van heb gevolgd is van Lori Pickert. Ze heeft een uitgebreid blog met allerlei beschrijvingen hoe je thuisonderwijs kunt inrichten. Je leert je verdiepen in onderwerpen die je kind op dat moment interessant vindt.”

In de samenleving móéten ook veel dingen. In een baan moet je bijvoorbeeld een klus afmaken. Hoe brengt u dat moeten over, als de behoefte van het kind centraal staat?
“Ik wil mijn kinderen leren dat ze zelf een keus kunnen maken. Als ze iets liever niet willen, kunnen ze ervoor kiezen om met mensen te overleggen of het anders kan. Of misschien is het mogelijk een andere baan te zoeken. Wat dat betreft is dat “moeten” niet star. Ik wil mijn kinderen leren denken in oplossingen.”

Wat maakt u gelukkig in het thuisonderwijs?
“Dat ik de vorderingen bij mijn kinderen zie, dat ik de kwartjes zie vallen. Hun nieuwsgierigheid mogen voeden is erg leuk, het geeft energie. De kinderen zetten veel eerste stapjes waar je zelf bij kunt zijn. Daar ben ik dankbaar voor.”

Heeft u van uw eigen ouders nog dingen overgenomen?
“Mijn ouders waren ook niet zo bezig met straffen en belonen. Dat maakt het voor mij makkelijker op deze manier de opvoeding in te vullen. Zij kozen voo rmij en mijn zus een montessorischool in Maastricht, een basisschool. Daarna gingen we voor middelbaar onderwijs naar een gewone openbare schoo. Wij woonden buiten het stadscentrum, en reden elke dag met de auto aar het centrum, terwijl er een buurtschooltje vlakbij was. Dus ook mijn ouders maakten bewuste keuzes.”

En heeft u nog dingen van de montessorischool overgenomen?
“Ja, zoals het koppelen van kleuren aan getallen en het rekenen met strijkkraaltjes. Ik vond het heel leuk school en weet er nog veel van. Het onderwijs is er kindvolgend. Je werd zo veel mogelijk vrij gelaten in je eigen keus: welk taakje ga ik nu kiezen, rekenen of taal?”

kader:
Geen Europees onderwijsbeleid
In de EU wordt het onderwijs overgelaten aan de nationale staten. In de meeste landen kunnen ouders kiezen tussen school- of thuisonderwijs, een keus die deel uitmaakt van de grondrechten. Zo was het ook in Nederland tot de Leerplichtwet van 1969. Voorbeelden van landen met keuzemogelijkheid zijn Frankrijk, Groot Brittannië, Denemarken, Finland en België. Deze landen kennen (beperkt) toezicht, passend bij de vormen van thuisonderwijs die er voorkomen. Het toezicht varieert van het bevorderen van de kwaliteit tot het stellen van inhoudelijke eisen. Er zijn ook landen waar thuisonderwijs is verboden, zoals Duitsland en Griekenland. Ook al kunnen ouders kiezen, er ontstaan geen grote aantallen thuisonderwijzers. Het aantal kinderen dat thuisonderwijs krijgt blijft in de meeste landen beneden de 0,1 procent van de leerplichtige leerlingen. Ter vergelijking: in Nederland ligt dit percentage op 0,01. Het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens erkent het recht van ouders om opvoeding en onderwijs in overeenstemming te brengen met hun godsdienstige of filosofische overtuiging. Toch is een beroep hierop voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens lastig, omdat elke staat zijn eigen beleid mag voeren.
Bron: Tonnie Nijenhuis, woordvoerder Nederlandse verenigiging voor Thuisonderwijs

You may also like...

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.